het zout in de pap niet verdienen 1.0
Algemene voorbeelden
'Schrijver,' zei Vuile Sef. 'Ge gaat het zout in uwe pap niet verdienen.'
Of verbeeld jij je soms dat je een goede derde echtgenoot voor dat mens had kunnen zijn terwijl je als eerste echtgenoot nog niet eens het zout in de pap kon verdienen!
Een groot aantal kooplieden had zich al aan het prille begin van de dag met zijn kraam of kraampje op het marktterrein geïnstalleerd [...]. Sommigen van hen, vooral degenen die met warme gebakken vis, een broodje braadworst of slagroomsoezen ten tonele verschenen waren, gingen met een aardige grijpstuiver huiswaarts, maar er waren er eveneens die het zout in de waterige pap niet verdienden. 'Ik krijg vandaag het marktgeld er nog niet uit', verzuchtte een handelaar in serviesgoed.